Loading…

Onagadori

Onagadori

(Kanji: 尾長鶏- betekenis letterlijk ‘Hoen met de lange staart’.)

Historie Terwijl in Japan de Shokoku als belangrijkste ras word beschouwd, kent bijna iedereen de Onagadori met zijn lange staart die in het land van herkomst meters lang kan worden. Word dan ook door andere landen gezien als het visitekaartje van Japan.

De Onagadori is voor het eerst gefokt door voor zover bekend rond 1765 (Edo tijdperk 1600 ) als Goshikidori en in 1821 echt beschreven. De Onagadori is vermoedelijk gefokt uit de

Shokoku met Kochi als bakermat. Typerend voor het ras is de combinatie van bijzondere (of gemuteerde)

genen. Zijnde: het co-dominante GT gen (growth gene-groei/snelgroei gen) NM gen (non-molting gene/niet ruien gen) en het SG gen (saddle gene/zadel gen) Zowel de zadelveren als de sikkelveren bij zuivere onagadori zijn onder invloed van het recessieve NM en co-dominante GT gen waardoor hanen bij droge, hoge zitgelegenheid en eiwitrijke voedsel condities (dit zonder hennen want na paring stopt de staartgroei door hormonen of vallen ze in de rui) immense staartlengten kunnen bereiken. In combinatie met meervoudige bevedering geeft dit zeer uitbundige staartpartijen.

In Japan test men dieren ca. 4 jaar om de aanwezigheid van de genencombinatie vast te stellen. Dit wordt oa. gedaan in speciale fokstations(met financiële ondersteuning van de Staat) waar de hanen in een tomebako (soort hoge kast) worden gehouden endagelijkse speciale zorg krijgen (staarten oliën, poten strekken etc.)

 

Tijdens het Edo tijdperk verordende de regerend leider dat alle trouwe  aanhangers een hommage moesten brengen als blijk van waardering.  Dit gebeurde in de vorm van processies.Van heinde en ver kwamen de heren.  Ze liepen met lange staf versierd met dierlijkeharen of veren. Hoe langer de veren hoe meer aanzien je had. De boeren speelden

heel goed in op dit jaarlijkse evenement en fokten zoveel mogelijk Onagadori’s . De dieren werden gekoesterd, want de veren werden tegen hoge prijzen verkocht. Het ging wel om 2000 veren per jaar. Om de staarten zolang te krijgen werden de hanen in de Tomebaku groot gebracht. Weinig bewegingsvrijheid, hoog zittend en voldoende ruimte voor de staart zorgen ervoor dat de staart niet kan beschadigen. Wel worden de dieren elke dag, uitgelaten waarbij de staart zorgvuldig word vast gehouden. In Europa word dit maar heel weinig gedaan en daarom zijn de staarten hier beduidend korter. Zonder de Tomebaku zal het nooit lukken een meterslange staart te krijgen.

Is in Japan uitgeroepen tot levend natuurmonument.

Algemene indruk

Elegant, ongewoon langstaartig sierhoen met een vederrijke staart en zadelbehang; deels bij de hennen ook sikkelvorming. Het is een bijzonder rustig en nieuwsgierig ras .

Bij alle kleurslagen is de kleur van ondergeschikt belang. Er word vooral gelet op vorm, de bevedering met de lange behangen en staartveren.Het lichaam is vrij lang, slank, niet teveel opgericht, iets smaller wordend naar achteren

Ze hebben een enkele kam, middelgroot met 5 kampunten regelmatig ingesneden, stevig, recht opstaand. Helder rood. De kinlellen zijn middellang en goed afgerond. De oren zijn middelgroot, iets ovaal, wit of doorschijnend groen/geel wit (doorschijning van groen vaak in combi wanneer het dier nog in bloedpennen Zit !)De ogen zijn groot en goed open, oranjerood tot bruinrood glanzend en levendig Hun snavel is van gemiddeld grootte en is licht gebogen.

Ze hebben een lange hals, opgericht gedragen, in een lichte buiging. Het halsbehang is lang en uitbundig en bedekt ruim de schouders en raken elkaar aan weerszijden onder de keel. De rug is breed bij de schouders ,lang, smaller wordend en licht aflopend richting staart, overgang naar de staart is zonder kussenvorming. Het zadel (Minoke) De zadelveren zijn in grote aantallen aanwezig en vormen een semi-cylinder "tsutsumino" genaamd. Het zadel bereikt gedurende de groei een lengte van ca. 1/3 van de totale staartlengte en ruien eveneens niet.  De borst breed en licht gerond een weinig naar voren gedragen. De vleugels zijn groot en sterk en worden strak tegen het lichaam gedragen.

De staart is zo vol en lang mogelijk sterk achterwaarts gedragen zo goed als horizontaal ( op stok in voliere naar beneden hangend door gewicht)Staart groeit ca.90 cm per jaar, (bij meervoudige bevedering) 26 veren behoren 3-4 jaar (of langer) niet te ruien, de overige veren ruien wel.

De onderste 6 staartstuurveren aan beide zijden zijn breed en lang en ruien ieder jaar

  • Kougai Het bovenste paar staartstuurveren zijn mutante/ veranderde veren zijn breed en lang en ruien eens in de 3-4 jaar.
  • Kouge 1 tot 4 veranderde staartstuurveren die iets buiten de rij van de staartstuurveren staan(bovenin) deze worden veruit het breedst, de veerschacht is elastisch en sterk en kunnen een lengte van 3 meter bereiken. Soms zijn er meerdere van deze aangepaste veren aanwezig en het aantal van deze veren bepaald de kwaliteit van Onagadori (1-4) waarbij 4 een zeer hoogwaardige kwaliteit betekent ruien iedere 3-4 jaar
  • Utaibane 1 paar hoofdsikkels zijn breed, soepel en sterk en worden het langste. Na de enige volledige staartrui (van juveniel naar adult kleed) groeien deze ca 12 cm per maand in de eerste 7 maanden, dan tot ca 1 jaar vetraagd de groei naar ca.9 cm per maand, daarna het 2e en 3e jaar vertraagd en stabiliseert het groeitempo naar ca. 7,5 cm per maand. Ruien niet.
  • Sho-utaibane 3-4 paar bovenste sikkels zijn eveneens breed, soepel en sterk en groeien in gelijk tempo mee met de sikkels (dankzij het GT gen). Ruien niet. De onderste sikkels(bijsikkels) ruien wel ieder jaar
  • Uwayore: ( of daiichi ofuku)(1 paar (bovenste) staartdek veren hiervan draait de veerschacht om zijn eigen as. Deze veren ruien niet.
  • Ofuku; 3 a 4 paar staartdekveren onder de bovenste zijn stevig en breed en groeien snel mee met de sikkels, maar ruien niet de rest van de staartdekveren wel.
  • Urao; 1 paar veren onder de staart, veranderde staartsteunveren, deze zijn niet breed, de veerschacht is sterk en de as is elastisch en kunnen eveneens een lengte van 3 meter bereiken. Ruien eens per 3-4 jaar.Het is dus een exstra paar sikkels onder de staart (deze zien we ook bij de Shôkoku en Ohiki)

Het achterlijf is lang , stevig en gespierd, smaller wordend naar de staart. Buikveren zijn lang en overvloedig aanwezig. Met stevige steunveren aan de basis van de staart. De dijen zijn middellang, voldoende uit elkaar geplaatst , stevig evenwijdig aan elkaar, De loopbenen zijn lang en fijn ,4 tenen van gemiddelde lengte Olijfgroen bij alle kleurslagen behalve bij zilverpatrijs (ook met gele benen, olijfgroen verdiend de voorkeur)en wit, bij witte kleurslag gele benen.

Hen:

Behoudens secundaire geslachtkenmerken geen verschil van betekenis , bovenste staartstuurveren zijn langer

en licht gebogen Er zijn ook hennen met sikkelvorming

Ernstige fouten

Als het oor voor meer dan de helft rood is. Onvoldoende ontwikkelde sierveren bij de haan Sikkels (utaibane) minder dan 1,50 meter bij oudere hanen. Bij de hennen een te gedrongen bouw.
Note; geknipte staartveren bij de haan is geen fout, ze zijn dan voor de fok gebruikt en doordat ze niet ruien word zo’n veer niet vervangen

Gewicht

  • volwassen haan: 1,8 KG ,
  • volwassen hen: 1,35 KG

Ringmaat:

  • Haan : 16 mm
  • Hen: 15 mm

Zilverpatrijs

Patrijs

Jonge onagadori goshiki

Onagadori wit

Onagadori zwart

Onagadori shojo