Loading…

Yokohama

De Yokohama behoort bij deze categorie van langstaarthoenders en behoort uitgesproken bij de sierrassen. Ze zijn gecreëerd in Europa uit Japanse rassen Hun voorouders leefden 800 v chr Oa. ten tijde van de VOC zijn verschillende Japanse rassen zoals  Minohiki ,Onagadori en Shôkoku terecht gekomen in Europa. Deze dieren werden in die tijd standaard vernoemd naar de havenstad waarvandaan ze verscheept werden. In dit geval Yokohama. (In het Verenigd Koninkrijk worden álle langstaartrassen nog altijd verzameld onder de naam Yokohama) Helaas bleken het vaak zwakkere dieren te zijn en inkruisen met Europese rassen was een must om ze in de benen te houden. Naast fokkers in Engeland heeft de Duitser Dhr.Hugo du Roi (de eerste voorzitter van de Nationale Duitse Bond in de 1800’s) er zijn eigen project van gemaakt (genaamd ’Fenix der fabelen’) om de langstaarten uit Japan in de benen te houden. Hij heeft veel gedocumenteerd, getekend en gefotografeerd. Sommige van de Japanse langstaarten gingen in de richting van het huidige Phoenix met groene of blauwe loopbenen, witte oren en enkele kam. Anderen gingen in de richting van kussenkam, rode oren en gele loopbenen. Uit tekeningen en teksten van Du Roi valt te halen dat de Yokohama’s toen al veel meer overeenkomsten hadden met de Minohiki dan de enkelkammige langstaarten. Yokohama worden dan ook gezien als Europese Minohiki.

Er heerst nog altijd debat over de exacte kruisingen en welk land nu verantwoordelijk is voor de creatie Yokohama. Één ding is in ieder geval zeker, het is een Europese creatie. Het ras als zodanig bestaat niet in Japan.

De japanse langstaarten kennen een eigen genetische witvariant, nog onbekend in Europa. Onlangs is deze wit helemaal uitgeplozen door een aantal Japanse genetica onderzoekers aan de Universiteit van Nagayo: moʷ/moʷ Minohikiwit (veroorzaakt hysterische pareling.) Het gen is mogelijk de veroorzaker van de huidige roodgeschouderde witte Yokohama, waar deze pareling in te zien is

Er zit nog een bepaald gehalte aan  vechthoengenen  in dit ras omdat men tijdens de ontwikkeling ervan  gebruik heeft gemaakt shôkoku’s dit zijn tempelvechters .

Yokohama’s zijn slank en hoog gesteld met een middelgrote kop die lang maar middelgroot  is en niet te breed.

De kamvorm is een kussenkam, groeven en deukjes zijn niet gewenst, niet te groot en fijn van weefsel helder rood.

De rode oorlellen klein net als de kinlellen die nauwelijks ontwikkeld zijn waardoor dekeelwam zichtbaar is

De ogen zijn levendig rood.

De slanke hals staat rechtop en bevat een rijkelijk aantal halsbehangveren die over de schouders rijken
De lange  matig brede rug iets aflopend naar de staart toe, eindigt in de staartpartij die horizontaal naar achteren gedragen word.

De talrijke sikkels, hangen bij de haan tot op de grond,De sikkels voldoende stevig, zodat deze eerst nog een stuk achterwaarts staan alsvorens om te buigen naar de grond De veereinden over de grond slepend,maar niet meer dan 15 cm.. Zadeldekveren en het zadel hangen tot bijna op de grond, Staartstuurveren lang een beetje gebogen.een enkel dier laat een doorgroeiende staart zien net als de onagadori

Maar dat is in Ned niet gewenstin Belgie wel

De hooggedragen borst is afgerond en aan de keel dragen zowel de haan als de hen een keelwam, bij de en maar weinig ontwikkeld

De benen zijn geel.

De yokohama is zeker geen nutkip maar enkel een sierdier.

Ze leggen 2 x per jaar (voorjaar en herfst ) en leggen 90- 120 eitjes per jaar met een gewicht van  40 à 45 gr.

De schaalkleur van de eitjes is wel bijzonder omdat ze een roze achtige naar roomgele neigende kleur hebben

In tegenstelling tot vele ras hoenders komt de broedsheid bij dit ras veel voor en de hennen bewijzen goede moeders voor hun kroost te zijn.

De opfok van de kuikens kan wel tegenvallen omdat de dieren een special huisvesting verlangen. Zo kunnen ze niet goed tegen de koude en dient er extra zorg besteed te worden aan het bodemstrooisel dat voortdurend moet ververst worden om de hygiene te waarborgen. Om de staartveren hoeven we ons het eerste jaar niet te bekommeren, deze worden pas aan het eind van het eerste jaar lang.

Het gewicht van de haan zit rond de 2,3 kg terwijl de hen ook maar aan 1,5 kg komt bij de groten en 900 gram voor een krielhaan en 700 gram voor een krielhen

Het hoen komt voornamelijk voor in de kleuren wit en roodgezadelt.   ( eigenlijk een verkeerde benaming want het zadel is wit, in Nederland is dit veranderd naar wit roodgetekend), Deze kleur is een zeldzaamheid in de hoenderwereld omdat het bij geen enkel ander ras voorkomt . De haan heeft de schouders en bovenrug en vleugeldekveren diep roodbruin, de borst en dijen zijn zalm-roodbruin met melkwitte pareltekening aan de veereinden, deze melkwitte tekening neemt toe richting de hielen, verder is het dier geheel melkwit.

De hennen hebben op de bovenrug, schouders, borstveren en vleugeldekveren een roodbruine tot zalm-roodbruine kleur met melkwitte pareltekening aan het eind van de veren ook hier toenemend naar het hielgewricht, verder is de hen melkwit.

De parels moeten goed afgetekend zijn en het liefst geen rood doorlekken.Bij beide moet het zadel wit zijn

De yokohama krielen zijn pas halverwege de vorige eeuw ontstaan. Duitsland heeft ze gecreeerd uit kleingebleven Yokohama’s, witte duitse krielen en oud engelse vechtkrielen rond 1965 erkend in Duitsland.

De krielen zijn erkend in dezelfde kleuren als de groten